Ik las op een andere site een verhaal van een kennis, die in Chang Rai woont.
Ik zal zijn naam niet noemen, omdat ik niet weet of hij kopieeren goed vindt.
Ik vind het echter een belangrijk en verontrustend verhaal:
Burgeroorlog is een groot woord, maar dat er momenteel burgers tegen
burgers vechten is duidelijk.
De PAD bevecht het systeem, maar vindt de rode marionetten op z'n weg.
Net zoals indertijd de knokploegen van de SA, stropen ze nu in
groepsverband de omgeving af op tegenstanders.
Zelfs in Chiang Rai, waar de overgrote meerderheid op Yongyuth stemde
(die wegens de rechterlijke uitspraak over verkiezingsfraude het
voorzitterschap van het nieuwe parlament moest opgeven).
Dat kon overigens ook niet anders, want voor de dorpen werd de
honderd procent regel toegepast: daar werden collectieve straffen
beloofd als niet iedereen (juist ja, iedereen!) op de PPP zou stemmen.
Khun Deng, oftewel Tuentjai Deetes, was enkele ‘regeringsperiodes’
terug voornamelijk door de stemmers van Chiang Rai stad in de senaat
geholpen. Zij is een oude zeer gerespecteerde ‘kru doi’, een vrouw
afkomstig uit de gegoede middenstand van Bangkok, die als zoveel
andere idealisten vijfentwintig jaar geleden al als vrijwillige
onderwijzeres de bergen introk en de kinderen van de etnische
minderheden begon te onderwijzen.
Zij hoorde tot de groep van onafhankelijke senatoren, die zich
regelmatig kritisch opstelde.
Gistermorgen reden bij haar enkele pick-up's roodhemden voor.
Gelukkig was ze niet thuis.
Het werd me gisteren bij een etentje verteld door een onderwijzeres.
Iedereen aan de tafel was er bedrukt door. Toen er mensen aan het
tafeltje naast ons kwamen zitten, was het gesprek meteen afgelopen.
De schrik zit erin.
Het noorden en noordoosten geeft genoeg stemmen voor een voortgezette
regeringsmacht bij nieuwe verkiezingen. Het lijkt erop alsof men deze
met ijzeren hand wenst te behouden.